Historie

Het begin

1950

Albin Libera is de grondlegger van de Judo vereniging Libera. In 1950 is hij gestart met een tien leerlingen op het toenmalige TSC-terrien in Oosterhout. Door de jaren heen zijn er diverse locaties geweest waar de lessen werden gegeven. Zoals 't café Nolleke donders achter de St Jan kerk, café den Dekker, parochiehuis van pastoor van Loon, jongensschool aan de Schapendries, gymzaal Ridderstraat, gymzaal Donderstraat en Sporthal Oosterheide. Tijdens het lesgeven was hij zelf leerling bij sportschool Ken-Am-Ju(Schutte) te Haarlem. Hier gaf ook Tokio Hirano les waaraan Libera zijn 3de Dan Judo heeft te danken.

1960
In 1960 starte Libera ook een sportschool in Werkendam en een jaar later in Sleeuwijk. Dit was mede te danken aan het succes van Anton Geesing. Libera heeft zelf ook 5 jaar bij Anton Geesing lessen gevolgd. Tijdens deze jaren trainde Libera ook in Antwerpen bij de 7de Dan houders Tokio Hirano en Abé. In 1968 behaalde Libera de 6de Dan Jiu-Jutsu, en heeft hij intussen zijn 5e dan Judo.

1970
In 1972 is Libera les gaan geven in Zundert, en in Gorinchem in de gymzaal Molenburgse-weg. 2 jaar later in 1974 ook in de Veste Woudrichem.

De Kern van Kata

We hebben bij onze vereniging een heel aantal leden met enige ervaring op kata-gebied. Daarnaast zijn we onlangs ook begonnen met een beginnergroep. Het begrip ‘kata’ is buiten hen, vrij onbekend bij de meeste judoka. Zelfs degenen met praktijkervaring hebben hier vaak nog een heel verkeerde voorstelling van. Termen als ‘een dansje’ of ‘een verplicht toneelstukje voor dan-examens’, worden vaak geuit. Door de beginners worden vragen als ‘waar gáát het nu allemaal over?’, ‘wat is hier nou het nut van?’ of ‘waarom leren we het nú pas?’, vaak gesteld. Omdat het zonde is van de trainingstijd om hier uitgebreid op in te gaan ( en het is nogal een zware kost ), ga ik hier een beschrijving geven.

Wat houdt het begrip ‘kata’ nou eigenlijk in?
In essentie en in dit verband, betekent het eigenlijk alles wat is ‘vastgelegd’ cq ‘bekend’ is. Kata worden ( ja, kata wordt zowel in enkelvoud als in meervoud zo geschreven ) al sinds eeuwen beoefend in Japan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de samoerai. Je kunt je voorstellen, dat als zij aan het oefenen waren met een scherp zwaard, ze daarmee nogal op moesten passen voor hun tegenstander. En ondanks dat het er tijdens die trainingen allesbehalve zachtzinnig aan toe ging, zagen ze toch wel in dat enige voorzichtigheid geboden was. Ze maakten daarvoor gebruik van de kata-methode. Ze bedachten standaard series van aanvallen en verdedigingen. Die series beoefenden ze steeds maar weer opnieuw. En steeds op dezelfde manier. Het nut daarvan was, dat beide partners precies wisten wat er ging gebeuren, en er daardoor geen ongelukken gebeurden. Wat is dan het nut zou je zeggen… Nou, die kata waren dusdanig in elkaar gezet, dat daarin heel veel, realistische technieken voorkwamen. Oftewel, aanvallen die ze in een echt gevecht vaak tegenkwamen. En het nut van het steeds maar weer oefenen van exact dezelfde aanvallen, was dat ze daardoor een bepaald ‘automatisme’ leerden ontwikkelen. Het ging zo ver, dat ze na verloop van tijd helemaal niet meer hoefden na te denken, maar automatisch gingen reageren op iedere aanval. Zelfs zo ver, dat ze de technieken gerust door elkaar konden gaan gooien, en nog steeds automatisch reageerden. Hierdoor konden ze hun aanvallen en verdedigingen tot in het kleinste detail perfectioneren.

Klinkt ingewikkeld en voor sommigen misschien wel een beetje onzinnig. Maar is het dat ook?....
Denk nog eens aan de lagere school. Daar waar je ging leren rekenen. Wat deden we daar ook alweer? Kennen we de rekentafels nog? 1x8=8 2x8=16 3x8=24 enzovoorts. Hoor je jezelf nog klassikaal die rijtjes opdreunen? Juist…. Kata! Dit heb je zó vaak gedaan, dat je op een gegeven moment gewoon spontaan wist, dat 8x8 64 is. Zonder dat je eerst vanaf het begin moest gaan beginnen. Dit is in essentie waar kata over gaan. Althans, de eerste fase ( maar daarover straks meer ).

Het kata principe komt dus overal voor en dus niet alleen in Japan. Daar doen ze echter wel véél meer met kata, dan wij hier. Zelfs voor een kopje thee inschenken, hebben ze een heel ritueel. En ook dit is kata.

De oprichter van Judo, Jigoro Kano sensei, was ook heel bekend met dit principe. Toen hij vanuit het bikkelharde Jujutsu ( niet te verwarren met het hedendaagse, westerse jujutsu/jiujitsu ), zijn veel vriendelijkere Judo ging ontwikkelen, heeft hij twee trainingsmethoden opgenomen, namelijk kata en randori. Het verschil daartussen, is eigenlijk heel simpel. Kata is in feite álles waarvan beide partners van tevoren weten wat er gaat gebeuren. En bij randori, weet minstens één van beiden dus níet wat er gaat gebeuren.

En nu wordt het misschien even verwarrend. Want wat doen we dan eigenlijk bij een ‘normale’ training? Dan zijn we toch niet met kata bezig? Toch wel dus.

Stel dat je leraar zegt dat we een harai goshi gaan uitvoeren op de vooruitlopende man. Of we gaan o soto gari in uchi komi doen. Jullie weten nu dus allebei precies wat je gaat doen en wat er gaat gebeuren. De beweging is bekend. De richting is bekend. Beiden weten wat ze moeten doen. Kata!
Stel nu dat je leraar zegt dat we verschillende worpen in beweging gaan uitvoeren. Nu weet je hoogstens wie van de twee gaat werpen, en wie gaat ondergaan. Degene die valt ( uke ) weet nu níet wat er gaat komen en in welke richting. Randori!
Randori kan dus varieren van een standaard, maar onbekende worp, op een meewerkende partner, tot een onbekende techniek op een heel hard tégenwerkende partner. En alles daar tussenin.

Het idee hierachter van Kano sensei, was dat je door kata heel goed de basisprincipes kunt aanleren van iedere techniek, en door randori zaken als timing en richting.

Later heeft hij hier nog een andere trainingsmethode aan toegevoegd, namelijk Shiai. Dit was eigenlijk niet zozeer een trainingsmethode, maar meer een praktijktest. In deze test probeerden BEIDE partners een ippon ( vol punt ) te scoren. Het idee daarbij was, dat de judoka zich concentreerde op een paar van de technieken waarop hij zich op dat moment in aan het beoefenen was ( Tokiu waza ), en ging testen of hij deze in een praktijksituatie kon uitvoeren. Als hij dat niet kon, wist hij waarop hij verder moest oefenen. De essentie daarbij was dus NIET om zijn partner te verslaan, maar om zichzelf te testen en te verbeteren, waarbij hij zich ervan bewust was, dat zijn partner precies hetzelfde doel voor ogen had. Let wel, dat dat dus een serieus verschil is met wat je tegenwoordig meestal ziet bij wedstrijden.

Het begrip ‘kata’ is dus heel erg breed. Dat vind je volop tijdens je normale training. Maar wat is dan het verschil met al die standaard dingen die we nu aan het oefenen zijn?
Kano sensei heeft náást het ontwikkelen van alle technieken die het Judo rijk is, ook bedacht dat het veiliger en beter is, om de diepere principes op een volledig vastgelegde manier te gaan beoefenen. Daarvoor heeft hij in de loop der jaren een aantal kata ontwikkeld, waarin vrijwel alle principes kunnen worden beoefend. Hierin ligt steeds een bepaald thema vast, waarbij uke een serieuze aanval doet, en tori daar serieus op reageert. Dit worden in de volksmond ook wel eens de ‘geformaliseerde kata’ genoemd.

Oftewel: kata is een oefenmethode. Geen dansje, Geen toneelstukje voor een danexamen, en zelfs geen demonstratievorm zoals vaak gedacht wordt. En ja, uiteraard kunnen ze prima als demonstratie dienen, maar dan ook maar tot een bepaald niveau. Er is niets mis mee om een kata aan een publiek te demonstreren, zodat zij een idee krijgen van deze kant van Judo. Maar waarom moeten we het dan wel op een examen demonstreren? Als je het heel droog bekijkt, dan is dat inderdaad eigenlijk onzin. Het enige wat je daar kunt laten zien, is dat je alle bewegingen tot een zekere mate van perfectie beheerst. En daar wordt je dan vervolgens op beoordeeld. Tot een bepaald niveau, kan een ervaren persoon ( en ervaren wil dan zeggen, dat degene die jou beoordeeld, zelf ook veel praktijkervaring moet hebben in dat specifieke kata én serieus op de hoogte is van de diepere achtergrond… iets wat heel veel mensen helaas missen ) prima zien of jij de bewegingen beheerst en de principes in ieder geval TRACHT goed toe te passen. Maar helaas is dat niet waar kata over gaan. Die gaan namelijk uiteindelijk over hetgeen wat jullie als partners VOELEN. En helaas kan dat bij veel technieken en kata, niet aan de buitenkant gezien worden. Sommige mensen zijn er heel goed in, om alle bewegingen volledig op elkaar afgestemd te krijgen, door jaren en jaren hetzelfde kata met dezelfde partner te trainen. Dat ziet er voor de buitenstaander enorm strak en netjes uit. Een enorme prestatie om dat zo voor elkaar te krijgen. Maar… het is geen judo. Daarentegen kunnen twee anderen precies datzelfde doen, maar zich daarbij niet geconcentreerd hebben op de bewegingen, maar op de essentie van de technieken. Ook bij hen zal het er uiteindelijk ook heel strak uitzien, maar gáát het vervolgens ook ergens over. Dat kun je dus als buitenstaander helemaal niet zien. Dat merk je pas, als je zelf eens met één van die mensen traint. Bij de ene voel je niets, terwijl de ander je compleet uit elkaar trekt als je niet mee gaat in zijn beweging. Oftewel, choreografie tegenover controle.

Dit alles maakt het dus ook een hele ingewikkelde materie. Er zijn massa’s mensen in Nederland die kata beoefenen. Verreweg de meesten daarvan doen dit puur als verplichting voor een examen. Degenen die dit zo zien, hebben ook leraren die dat op dezelfde manier zien en het dus ook op die manier aanleren. Een leeg dansje/toneelstukje. Dat is al jaren het geval, en daardoor zijn er nu dus enorm veel mensen die allemaal precies denken te weten hoe het allemaal moet. Ze kunnen je precies vertellen hoe je voet moet staan, en waar je hand moet zitten. Echter is dat dus net níet waar het om gaat. Die draaien oorzaak en gevolg om, omdat ze simpelweg zélf niet begrijpen waar het allemaal om draait. En helaas komen die mensen tot in de hoogste gelederen voor. Van ‘normale’ judoka, leraren, examinatoren tot zelfs leden van gradencommissies. Gelukkig zien we de laatste jaren ook steeds meer een kentering. Zeker ook door de opkomst van de kata-competities. Hierdoor zijn veel mensen, vaak bij elkaar gekomen om ‘gewoon’ kata te trainen en ervaringen uit te wisselen. Daar begon het een aantal jaren geleden ook echt met mensen die hun ‘dansje’ opvoerden. Maar door die uitwisseling, en vele bezoeken aan de Kodokan in Japan, is daar intussen een veel natuurlijkere vorm in teruggekomen. Vele mensen in Nederland hebben lang gedacht dat er grote verschillen waren in uitvoering. Zelfs dusdanig groot, dat we hier maar bedacht hebben dat er zelfs 2 heel verschillende systemen bestaan. Dat is dus niet zo. Voor de geformaliseerde kata is het zo, dat er maar één ‘systeem’ is, en dat is die van de Kodokan. En de praktijk wijst intussen uit, dat de uitvoering daarvan ergens tussen de twee extremen ligt, die wij er hier op een gegeven moment van gemaakt hebben. Maar ondanks dat gelukkig grote groepen mensen dat intussen inzien, zijn er helaas ook nog steeds groepen die zich vastklampen aan hun eigen ideeën. En op zich is dat helemaal niet erg, maar daar zul je met examens wel mee te maken gaan krijgen.

Wij beoefenen het voorlopig puur zoals het bedoeld is. Wij leren je de basisbeweging aan en proberen je meteen uit te leggen wat de achterliggende gedacht is. Wat er dus gebeurt, dat je níet kunt zien, maar alleen kunt voelen. Daarmee kun je aan de slag. Als je dat goed onder de knie hebt, en ooit zover bent dat je examen wilt gaan doen, zul je prima in staat zijn om kleine wijzigingen aan te brengen. En niet omdat die ertoe doen, maar omdat ze dat op dat moment misschien willen zien.

En alsof dit allemaal nog niet theoretisch genoeg is, gaan we nóg even een stapje verder de diepte in.
Zoals al gezegd, gaat het bij kata om het oefenen van de principes. En niet om de choreografie. Is die dan niet belangrijk? Ja zéker wel. Die vastgestelde bewegingen zorgen ervoor, dat je je op een gegeven moment niet meer hoeft bezig te houden met alle randvoorwaarden rondom een techniek. Je weet precies wat je partner gaat doen, waar hij staat, waar jij staat, welke afstand je moet hebben, waar je naartoe moet werpen, etcetera. Dat gaat een automatisme worden en dat is precies de bedoeling. Maar dán komt het pas. Je kunt je nu helemaal gaan richten op de diepere principes van de techniek. Je gaat nu aanvoelen wat er onderweg allemaal precies gebeurd. Welke bewegingen er ontstaan, met welke bijbehorende krachten en energie. Je kunt je nu dus gaan richten op het perfectioneren van je eigen techniek door ervoor te zorgen dat je steeds minder energie nodig hebt om ze uit te voeren. Dit is geen proces dat eindig is, maar wat continu door gaat. Dat is ook één van de basisprincipes van Judo. Je kunt jezelf én je partner ALTIJD blijven ontwikkelen. Het is nooit perfect, hoe hard je ook traint, hoe lang je het ook blijft doen, en hoe oud je ook wordt. Dat klinkt frustrerend, maar zorgt er ook voor dat je je leven lang geboeid kunt blijven door Judo. Kata zorgt er óók voor, dat je altijd met iedereen ( die dat specifieke kata beheerst ) op dezélfde manier kunt oefenen. En ook dat is heel belangrijk. Door ook met anderen te oefenen, zul je merken dat het met die ander weer net even anders gaat. Dat je je bewegingen weer net iets zult moeten aanpassen, om hetzelfde effect te krijgen. Hierdoor blijkt ook wel, dat kata geen vast omlijnd, standaard dansje is dat door iedereen precies hetzelfde uitgevoerd moet worden. Kata is persoonlijk, zoals het hele Judo persoonlijk is. Niemand is hetzelfde qua lengte/gewicht/verhoudingen. Dus ook iedere uitvoering is persoonlijk en anders. Dan praten we natuurlijk wel over details, aangezien het grote geheel er natuurlijk wel ongeveer hetzelfde uit hoort te zien.

Uiteindelijk kun je kata op 3 niveau’s beoefenen. De zogenaamde sho-ha-ri niveau’s.
Het sho-niveau is de status waarin de meesten zich nu bevinden. Je bent puur bezig om alle bewegingen te leren. Oftewel, de choreografie onder de knie te krijgen. Dat is al een hele opgave tenslotte. Op een gegeven moment heb je dat ‘erin’ zitten, en begin je van lieverlee ook echt te begríjpen en te vóelen waar het over gaat. Oftewel, de diepere betekenis en de concentratie op de principes. Dat is het ha-niveau. En na vele jaren trainen, hoop je ooit ook op het ri-niveau terecht te komen. Op dat niveau bereik je de eerder genoemde ‘automatismen’. Je kunt alles klakkeloos en blindelings uitvoeren. Al is het van achter naar voren.

Een mooi voorbeeld daarvan is een examen dat ik jaren geleden gezien heb, van enkele van onze eigen clubgenoten. Zij voerden het nage no kata uit, maar vergaten daarbij een techniek. Dat ging zo vloeiend in elkaar over, dat ze het zelf niet eens gemerkt hebben. Sterker nog, zelfs de examencommissie was het niet opgevallen ( maar dat kwam helaas meer doordat ze meer interesse hadden in hun omgeving dan in de kandidaten ). Toen ik het na afloop tegen ze zei, geloofden ze het niet eens. Gelukkig was ik niet de enige die het gezien had, dus we konden ze alsnog overtuigen. En normaal gesproken deden ze die techniek dus wel. Maar het simpele feit dat uke eigenlijk een aanval overslaat, en daarvoor in de plaats dus een hele andere aanval doet. En dat tori daar klakkeloos de juiste ( bijbehorende ) techniek op uitvoert, geeft aan dat ze er dus een behoorlijk automatisme in hadden.

Goed, tot zover dan even de theorie achter het principe van kata. Als we kijken naar de ‘geformaliseerde’ kata. Welke kata zijn er dan zoal? En wat ligt er achter?

Kano sensei heeft zelf meerdere kata ontwikkeld. Deels helemaal zelf samengesteld, deels overgenomen van de oude gevechtskunsten. Een enkel kata is pas ná zijn dood, door een commissie van de Kodokan samengesteld. Als we even puur naar de Kodokan kata ( oftewel, opgesteld door Kano sensei of toonaangevende leerlingen van zijn school ( in Judo zijn we allemaal leerlingen ) kijken, dan zijn dit de volgende kata:

Het nage no kata. Dit is het kata der werptechnieken. Dit is het kata waar de meesten van jullie nu mee bezig zijn, of het meest gedaan werden ( omdat dit tot voor kort vereist was voor eerste dan ). Het bestaat uit alle principes die je in worpen kunt vinden. Het zijn vijf series van 3 worpen, die je zowel links als rechts moet kunnen uitvoeren. Dat zijn de te-waza ( handworpen ), koshi waza ( heupworpen ), ashi waza ( beenworpen ), ma sutemi waza ( achterwaartse offerworpen ) en yoko sutemi waza ( zijwaartse offerworpen )

Het katame no kata. Dit is het kata der controletechnieken. Dit kata is de volgende die jullie zouden moeten gaan leren ( op termijn ). Dit bestaat uit 3 series. Houdgrepen, verwurgingen en klemmen ( 4 armklemmen en 1 beenklem )

Deze twee kata tesamen, worden ook het randori-no-kata genoemd. Dit omdat alles wat je hierin oefent, ook meteen toepasbaar is in een ‘normale’ training.

Verder hebben we nog:
Het kime no kata = het kata der beslissingen. Hierin verdedig je je tegen aanvallen, zoals stoten, slagen, trappen, messteken en zwaardaanvallen.

Het Kodokan goshin jutsu = het kata der zelfverdediging. De later ontwikkelde, moderne versie van het kime no kata. Hier verdedig je je tegen stoten, slagen, trappen, messteken, stokslagen en pistool

Het ju no kata = het kata der zachtheid. Hierin maak je allerlei bewegingen die lijken op rek- en strekoefeningen. Maar feitelijk gaat het om het gevoel tijdens het maken van een techniek, tot het moment van daadwerkelijk uitvoeren. Het zoeken van de balans en het aanspannen van het lichaam. Hierin wordt niet geworpen.

Het go no kata = het kata der hardheid. Hierin werd het toepassen van kracht beoefend. Dit kata is echter al zo lang niet meer serieus beoefend, dat er bijna niemand meer is die dit nog precies kan uitvoeren, laat staan uitleggen. Er zijn wat pogingen geweest om dit kata te reconstrueren, maar de beschrijvingen die dit heeft opgeleverd, worden wereldwijd betwist. Oftewel, dit beoefenen we niet meer.

Het koshiki no kata = het kata der oudheid. Dit is een kata dat Kano sensei heeft samengesteld uit twee kata die door de samoerai al beoefend werden. Het verhaal erachter is, dat als de samoerai zijn wapens kwijt was, hij toch in staat moest zijn om mét harnas ( yoroi ), te kunnen dóórvechten. Dit verhaal wordt betwist, maar in essentie komt het er wel op neer, dat we in dit kata ons proberen in te beelden dat we worden beperkt door dat harnas, en tóch allerlei technieken kunnen uitvoeren.

Het itsutsu no kata = vormen van vijf. Dit is het laatste kata waar Kano sensei aan gewerkt heeft. Velen beschouwen het ook als niet af, omdat hij tijdens deze ontwikkeling is overleden. In dit kata worden bepaalde diepere principes beoefend. Zoals het gebruik van minimale energie om iemand in beweging te krijgen, de middelpuntvliedende kracht, het overnemen van kracht en energie, of het volledig uitblijven van kracht en energie. Dat klinkt ingewikkeld, en dat is het ook. Als je het uitgevoerd ziet worden, dan vraag je je af waar je nou eigenlijk naar zit te kijken. Maar reken maar dat dit een moeilijk kata is. Men zegt zelfs, dat dit vérreweg het moeilijkste kata is om écht te beheersen. En dat zelfs niemand dat écht voor elkaar krijgt. Dat is dus pas een doel!

Ten slotte hebben we dan nog het Seiryoku zenyo kokumin taiiku = het kata der lichamelijke ontwikkeling. Dit kata werd vroeger eigenlijk alleen door vrouwen beoefend. En ook dit kata is al zo lang niet meer echt bijgehouden, dat er nog maar weinig mensen zijn die het beheersen. Het wordt hier dan ook niet meer beoefend ( voorzover bekend ).

Dit zijn alle 9 Kodokan kata

Daarnaast zijn er nog vele kata ontwikkeld door anderen, zoals het nanatsu no kata door Tokio Hirano sensei ( één van de leraren van onze eigen Libera sensei ). Of het nage waza ura no kata van Mifune sensei. Beiden worden hier in Nederland maar weinig beoefend. Dit terwijl de laatstgenoemde in Duitsland juist weer een eis is voor dangraadexamens.

Beter bekend hier zijn het Go no sen ( overname kata ) en het hikomi no kata ( verschillende hikikomi technieken ).

Overigens is het nog een discussiepunt, wat nu precies onder de ‘geformaliseerde’ kata mag vallen. Kano sensei heeft in al zijn kata, náást een algemeen onderwerp per kata, ook pér techiek bepaalde principes ingebracht. Iedere techniek is er voor een specifieke reden. Dit terwijl bijvoorbeeld het go no sen en hikomi no kata, slechts een verzameling van gelijksoortige technieken is. Maar goed, geformaliseerd of niet, het blijft in essentie gewoon kata, en dus nuttig als oefenmateriaal.

Goed, chapeau voor degenen die dit verhaal helemaal uit hebben kunnen lezen, en er iets van hebben kunnen volgen. We zullen dus in het vervolg naar dit verhaal verwijzen als je vragen hebt die hier betrekking op hebben. Dat scheelt veel tijd op de mat. Maar mocht je nog méér vragen hebben, stel ze dan zéker!

Sponsor

Deze website wordt mogelijk gemaakt door dailycms,
voor meer informatie www.dailycms.com.